Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want [17]hoe zal ik vermogen, dat ik aanzie het kwaad, dat mijn volk [18]treffen zal? En hoe zal ik vermogen, dat ik aanzie het verderf van mijn geslacht? 17. Hebreeuws, hoe zal ik kunnen en zien in het kwaad, en alzo straks weder. Alsof hij zeide: Ik zal het van hartzeer niet kunnen zien. 18. Hebreeuws, vinden.